1994 – 2012

VI. Nieuw expressionisme

Bij het werk van de laatste 10 jaar lijkt Lataster zulk een groot arsenaal aan middelen ter beschikking te staan dat hij de uitdaging en de inspiratie steeds meer uit zijn directe omgeving kan putten. De personen en voorwerpen worden tastbaarder, driedimensioneler en minder symbolisch. Maar het sterk emotionele en expressionistische karakter van Latasters werk, dat altijd via de techniek wordt bereikt, blijft bepalend. Meer nog dan in de voorafgaande periode schept de schilder deze emotionaliteit vooral door het lichamelijker karakter dat personen en dingen hebben gekregen.
In de reeks schilderijen en tekeningen met cellistes is duidelijk te zien dat de instrumenten, in vergelijking met bijvoorbeeld het palet, de hamer of de schop uit voorafgaande periodes, minder symbolisch zijn. De cello’s zijn een levendige verbinding aangegaan met de personen. De inhoudelijke intimiteit krijgt vorm door de getekende lijnen die samen met de geschilderde gedeeltes een dergelijk lichamelijk, driedimensioneel effect bereiken.De symboliek van de Huilende met brood gaat over in de expressiviteit van armen, ogen en monden, de kwetsbare lichamelijkheid van naakten met cello’s. De naturalistischer weergegeven broden in de Broodwinkel nemen de plaats in van de symbolische grote schijf brood.
Telkens weer gebruikt hij de directheid en aansprekelijkheid van de voorwerpen (bezems, kleurige hoofddoeken, cello’s, paraplu’s) om dagelijkse gebeurtenissen te dramatiseren en grote drama’s grijpbaar te maken. Het vaarwel van een in dramatisch blauw licht badende figuur speelt zich af in de keuken. Cello’s en paraplu’s leiden hun eigen leven in de worstelingen van de musicienne met de muziek en de wandelaar met de storm. Soms overleven zij het niet: het muziekinstrument ligt geknakt in de schoot van een vrouw (Piëta), de paraplu begeeft het in de hevige wind. De revolutionaire arbeider stort dodelijk getroffen neer op de barricade, de ijle figuur van de “Vrijheid” boven hem is hiertegenover nog maar een herinnering aan de krachtige symboliek van de naakte borsten die haar in Latasters vroegere werk sierden. De schilder portretteert zich nu niet met zijn symbolische attributen zoals het palet maar zittend met een kruk. In deze detaillering van mensen en dingen speelt de de tekening een grote, zelfstandiger rol. De expressiviteit van de getekende figuren en objecten heeft nu in de verbinding met de abstract-expressionistische elementen een meer autonome betekenis. Maar het contrast tussen beide “stijlvormen”, waarbij symbolische elementen zoals muzen en engelen ook verpersoonlijkt worden, levert een geheel op dat een nieuwe, Latasteriaanse, variant van expressionisme vormt.